top of page

De Velosofen


Zie mij zitten in de kroeg. Ik had behoefte aan een avondje ‘niets aan het hoofd’, zoals wij dat thuis noemen. Op de kade net buiten de drukke uitgaanswijk van de stad viel ik de minst drukke tent binnen. Het bleek een ondermaatse bruine kroeg te zijn, een klein café aan de haven. In een hoek zit een paar mannen aan tafel te praten. Ik kijk even naar het tafereel. Hun handen ontwijken druk gebarend de halfvolle glazen Belgisch bier, de bestelde hamburgers staan nauwelijks aangeraakt te wachten om verorberd te worden. Even wend ik mijn blik af, maar mijn oren kunnen het geluid niet negeren of zich wegtrekken van het gesprek. Ik luister en na twee minuten wordt het mij duidelijk: hier zitten fanatieke fietsfans, bezeten van bestuurders van de benenwagen. Wielerfilosofen. Velosofen.

Het wielerseizoen is maar net gestart en toch word er al vol passie gesproken over de laatste uitslagen.

Één renner in het bijzonder wordt besproken, zonder overigens zijn naam uit te spreken.

Daar is ‘ie weer hoor, alsof er niets gebeurd is, hij wint gewoon wéér! Ongelofelijk, het is niet normaal.”, begint de een. De ander antwoordt: “Het is mentaliteit en wilskracht! Hij is intrinsiek gewoon een van de beste renners natuurlijk. Je weet toch dat hij van zijn tiende tot zijn dertiende elke wedstrijd waarin hij startte won?”. Schamper lacht de oudste: ”Ja maar broer, jij weet toch ook hoe dat komt?!”, zuigt na het uitspreken van de zin diepe ademteug door zijn neus naar binnen en laat een snuivend geluid over zijn La Chouffe galmen. “Het kan niet. Het kán niet! Iedereen om hem heen en van zijn generatie is al tegen de lamp gelopen, maar hij blijft ontkennen. Ik gelóóf het gewoon niet.” De jongere van de twee kijkt naar zijn gesprekspartner en lijkt hem enigszins met ongeloof aan te staren. “Je kunt toch niet ontkennen dat hij een van de beste renners is? Waar hij opstapt doet hij mee om de prijzen! Andere renners rijden wel mee in de Waalse Pijl, maar stappen af zodra de Muur van Huy in zich komt. Ze kunnen dan toch niet meer winnen! El Imbatido werd de afgelopen vijf jaar niet voor niets op zijn minst twee in deze wedstrijd. Sterker nog, sinds 2014 won hij alleen het afgelopen jaar niet!” De opmerking landt niet, het antwoord wordt al gegeven voordat het laatste woord uitgesproken is. “Het is niet geloofwaardig. Ik bedoel: Davide Rebellin won daar drie keer en ook Armstrong heeft de Waalse Pijl gewonnen, dat zegt toch al genoeg? Het is een pakhaas, een snuifkonijn!” Ik heb genoeg gehoord, ik moet maar eens gaan. Alhoewel ik vermoed dat het gesprek pas net begonnen is, zal de inhoud niet veel veranderen. Vluchtig wenk ik de charmante bediening en reken af, waarna de deur voor mij wordt geopend. Ik stap naar buiten, snuif de frisse avondgeur op en lach om het gebaar. Ik ga de nacht in en val verder.

"Je moet een berg respecteren. Als je een vriend bent van de berg, dan wordt de berg ook een vriend van jou. Aan de voet van een berg zeg ik ook altijd: `Goh, wat ben jij een verschrikkelijk mooie berg'".

BRAM TANKINK

bottom of page