top of page

De druk van het presteren.

Je zal maar Primož Roglič heten en op de drempel staan van de overwinning in de Tour de France. Je staat 's ochtends op en voelt je anders dan de afgelopen dagen. Je benen voelen zwaarder, je voelt de vermoeidheid en waar je de afgelopen weken geen enkel probleem had om goed te eten en slapen, lukt dat sinds gisternacht niet meer goed. Toch heb je er alle vertrouwen in dat de voorsprong die je hebt in het algemeen klassement voldoende is om op de hoogste trede van het podium te eindigen en als eerste Sloveen de Tour de France te winnen. Het team heeft er vertrouwen in, jouw teamgenoten hebben zich de afgelopen dagen leeg gereden om jou aan het ultieme doel te helpen en ook het thuisfront maakt zich op voor een klein feestje. Maar jij? Jij voelt je niet goed, twijfelt. Op jouw maatwerkfiets pas je niet meer goed, je pak zit vreemd en die helm op jouw hoofd lijkt niet voor jou gemaakt te zijn. Tegen jouw omgeving doe je alsof er niets aan de hand is, alsof je even ontspannen als anders bent, maar de werkelijkheid is dat je de bibbers hebt en geen enkel vertrouwen in een goede afloop. Je neemt je voor om je volledig te geven omdat je weet dat dat de enige manier is om er doorheen te komen. Normaal houd je je volledig afzijdig van social media en alle berichten die je ontvangt op een dag, maar je bent zo aan het twijfelen dat je door de berichten van jouw omgeving heenscrollt. Vlak voor het inrijden pak je je telefoon om de laatste gelukswensen in je op te nemen en daarmee wat vertrouwen te tanken en daarbij valt jouw oog op die ene opmerking van die vriend die je gerust probeert te stellen:


"Je kunt het nooit slechter doen dan Rasmussen!"


Je opent de meegestuurde link, maar sluit het filmpje na een paar seconden. Je weet al wat het naar toe gaat en voelt je nog krachtelozer dan eerder. Je vertrouwen is weg, de zenuwen zijn terug. Lang heb je ze weg kunnen drukken en nu zijn ze er toch, de gedachten aan de tijdrit in de Tour van 2018 toen je jouw podiumplek op het laatst verloor. Het gevoel was hetzelfde, de druk alleen minder groot. Je vreest met groten vreze.

"Je moet een berg respecteren. Als je een vriend bent van de berg, dan wordt de berg ook een vriend van jou. Aan de voet van een berg zeg ik ook altijd: `Goh, wat ben jij een verschrikkelijk mooie berg'".

BRAM TANKINK

bottom of page