Alejandro Valverde, een beginnersgids
- Jurg-Marie
- 17 sep 2020
- 8 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 19 sep 2020
“Waar rijdt Alejandro dit weekend?”
Valverde was gewoon een doorsnee kind tot hij op 9-jarige leeftijd een racefiets kreeg. Tijdens zijn eerste race reed hij onwennig. De meer ervaren andere jongetjes leken simpel gebruik te kunnen maken van Alejandro’s overduidelijk aanwezige kwaliteiten en probeerden hem continue te overweldigen. Toen ze in de laatste honderden meters echter om zich heen keken bleek de nieuweling er nog te zijn. Valverde eindigde zijn eerste race als tweede. Hij zou zich daarna niet meer laten overbluffen. De tweede race waaraan hij deelnam won hij. En de derde. En vierde. En vijfde, zesde en zevende. Vervolgens won hij jarenlang, zo zegt men, elke race waaraan hij deelnam. De legende gaat dat ouders van concurrerende rennertjes de races waarin hij zat actief vermeden. Ze gingen zelfs zover dat ze de vader van Alejandro opbelden om te vragen waar hij racete, zodat hun eigen kind in het oosten een kans zou maken op de overwinning. Aan deze jaren heeft Valverde zijn bijnaam te danken: El Imbatido, de Onverslaanbare. Wat, na Merckx' De Kanibaal’ en Coppi’s 'Champion of Champions ', naar mijn mening de beste bijnaam ooit is.

De Kelme jaren
Voor zijn 23e won Valverde een shitload races op zowel de weg als de baan voordat hij in 2002 door het team Kelme werd ingelijfd. Kelme, net zo onbetrouwbaar als elk team in die tijd, was altijd gebouwd rond kleine Spaanse klimmers. In zijn eerste seizoen moest Valverde leren werken voor Aitor Gonzalez en Santiago Botero, twee goedgebouwde tijdritspecialisten die een manier hadden gevonden om ondanks hun specialisme ook goed genoeg konden klimmen om voor het klassement mee te doen in een grote ronde. Het duurde slechts één seizoen voordat Valverde opnieuw begon te winnen. Na een etappewinst en een vijfde plaats in het algemeen klassement van de veelgeprezen Ronde van Baskenland, won hij een reeks etappes en races in Spanje en Portugal. Kelme maakte hem daarop mede-kopman voor de Vuelta met Oscar Sevilla. De Vuelta was destijds grilliger en misschien zelfs typisch Spaans en dat uitte zich door het deelnemersveld en kleine bijzonderheden. Zo was er bijvoorbeeld geen sprake van rustdagen in 2003. Valverde won twee etappes en trof zichzelf aan het eind van de Vuelta aan op het podium. Achter Roberto Heras en Isidro Nozal werd hij derde. Mede-kopman Sevilla haalde niet eens de top 10. Alejandro wist daarna zilver te behalen op zijn eerste WK achter landgenoot Igor Astarloa. Hij was weer El Bala, de ‘kogel’, zoals hij in het peloton wordt genoemd. Dat begon overigens als de ‘groene kogel’ toen hij nog voor Kelme reed, geïnspireerd op een Spaanse uitdrukking Va como una bala: hij gaat als een kogel, snel en niet te stoppen.
In 2004 behaalde Valverde veertien overwinningen voordat de Vuelta begon. Allemaal op Spaanse bodem. Na een teleurstellende Olympische wegwedstrijd wist hij in de Vuelta slechts één ritwinst en een vierde plaats overall te behalen. De fauteuilsexperts, zoals ik, begonnen langzaam te discussiëren: was dit een van die jongens die alleen op het Iberisch schiereiland konden winnen? Had hij de Baskische Vloek?
Om de vloek uit te leggen: in die jaren was er veel bloeddoping en dat wist iedereen. In veel gevallen was het zo komisch duidelijk dat het gemakkelijk was om erop te wijzen, vooral richting Portugal en Spanje. Het was er wijdverbreid en volledig geaccepteerd, het biopaspoort bestond nog niet. Door de logistieke problemen en het wél testen buíten Spanje deden veel Spaanse teams het alleen goed in Spaanse races. Het was verschil van dag en nacht met hun optredens elders. In die jaren werd de Ronde van Baskenland bijvoorbeeld door Noord-Europese profs omschreven als 'trainen achter motorfietsen in een wedstrijdomgeving'.
In 2005 tekende Valverde voor het team dat eerder ene Miquel Indurain naar vijf opvolgende Tour de France overwinningen had geleid. Ondanks dat hij een aantal keer ‘kort had gefinisht’ had Valverde nog niet laten zien dat hij een klimmer was, dat hij etappes over de hoogste bergen dag na dag kon overleven. Tot dat moment was hij voornamelijk een renner voor heuvelachtige etappes en klassiekers die een bijna onverslaanbare sprint heuvelop had.
Na een tweede plek in het algemeen klassement van Parijs-Nice mislukte zijn Ardennen campagne. Voor de Tour de France was voor Valverde gepland dat hij de laatste helper van kopman Mancebo moest zijn. Hij reed echter een prima Tour en won er zelfs etappe 10 door bergop een halfbakken sprint te winnen van Lance Armstrong. Hij leek daarmee de Baskische Vloek ongedaan te maken. Hoewel hij later geblesseerd moest afstappen, leek alles van een leien dakje te gaan. In 2006 won hij de dubbel Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik en dankzij zijn vorm werd hij bestempeld als een dark horse voor het podium in de Tour de France.
Een hond met de naam Piti
Één dag voordat de Tour van 2006 zou starten was daar het grootste schandaal in het wielrennen sinds 1998 dankzij een verslaggever van een Spaanse krant. Zijn stuk? Een voormalig gynaecoloog werd betrapt en hij had een hoog ontwikkeld bloeddoping laboratoriom onder zijn hoede met veel, erg veel vooraanstaande klanten. Een lijst van 200 namen, bijnamen en nummers lekte uit. 'Cowboy', 'Panticosa', 'Pavarotti', 'Pepito', 'Obelisk', 'Nibelungo', 'LAS' (2003); 'María' (2002-04); 'Rosa' (2003-04); 'Valv. (Piti)' en 'Urco' (2004); 'César' (2004-05); 'MZD' (2005); 'Huerta', 'Clasicómano' en 'Clasicómano Luigi (2006); 'Gemma' en 'Amigo de Birillo'. Die laatste, de vriend van Birillo, is nooit (echt) achterhaald, maar wie Birillo zelf was, dat zijn ze wel te weten gekomen. Birillo was de naam van de hond van een van de renners namelijk. Van Ivan Basso, de favoriet voor de overwinning in de Tour gezien zijn demonstratie van macht eerder dat jaar in de Giro d’Italia, werd hierdoor ontdekt dat hij klant was; hij had de naam van zijn hond gebruikt als bijnaam en werd schuldig bevonden. Valverde had ook een hond. Een schattige shephard. De codenaam 'Valv. (Piti)' van de lijst die uitlekte zou verwijzen naar Alejandro Valverde, zijn hond had de naam Piti grekegen van zijn baas.
Omrust alom dus. Gerustgesteld door zijn advocaten dat de Spaanse autoriteiten geen onderzoek zouden instellen ontkende Valverde in alle toonaarden. En hij bleef vrij en buiten schot. Hierdoor kon hij tweede worden in de Vuelta, derde tijdens het WK en vervolgens onder andere ook vijfde in de Tour van 2007. Alles ging soepel, de crisis was afgewend.
2008 en later: die vervelende Italianen!
In 2008 maakte Valverde naam als een van de beste renners van de wereld. Hij won ‘Luik’ opnieuw, was de beste in de Dauphiné, werd Spaans kampioen. En kijkend naar zijn Tour van 2008 zou je niet denken dat het zijn ongelukkigste Tour ooit zou zijn. Twee etappe overwinningen, de gele trui gedragen, maar toch. Dde Italiaanse anti-doping brigade was niet erg tevreden over de manier waarop de Spaanse autoriteiten de hele Fuentes zaak had opgepakt. Niet in de laatste plaats omdat de Italianen veel hun eigen renners geschorst hadden terwijl de betrokken Spaanse gasten overwinningen aaneen bleven rijgen in races die voorbestemd waren voor de Italiaanse renners. Toen die nog de overhand hadden in misbruik van verboden middelen tenminste. Ze beraamden een plan, want de Tour had een finish en startetappe in Italië, met er tussenin een rustdag. De Italianen gebruikten de rustdag om Valverde te testen en onderzochten zijn bloed. Dat dit samenviel met de vakantie van de rechter die de Fuentes casus in beheer had, was veel minder toevallig dan briljant en zodoende vroegen ze de bloedstalen op in Spanje. De niet goed geïnstrueerde, plaatsvervangende rechter stemde toe, gaf de Italianen toegang tot de bloedstalen. Het bloed van de tests in Italië en het dossier Fuentes kwam overeen, Alejandro had een probleem! Valverde mocht geen wedstrijd om op Italiaanse grond meer rijden en de UCI en het WADA wachtten enige tijd lafhartig af voordat zij zich uitspraken. Valverde op zijn beurt was zo stom om in beroep te gaan bij het CAS, de hoogte sportautoriteit in dergelijke zaken, en verloor. Dit betekende dat het WADA en de UCI ermee aan de slag konden en eindelijk, in de zomer van 2010, werd Valverde geschorst. Met terugwerkende kracht vanaf het begin van 2010. Voor een zaak uit 2006 die in 2008 ‘opgelost’ was. Alle overwinningen uit 2009 kon hij zodoende behouden.
Waarom heeft men een hekel aan Valverde afgezien van dopinggebruik?
Valverde heeft (had?) de vreemde gave om welke wedstrijd dan ook te overleven als er niet meer dan 5000 hoogtemeters waren en heeft een bijzonder snelle sprint. Dit zorgde ervoor dat tussen 2004 en 2009 zijn teams enkel en alleen rondreden met het doel hem richting de finish te krijgen in een kleine groep zonder echte sprinters. Was het team uitgeput en zat Valverde alleen, dan volgde hij de aanvallen en ging hij rechtop in het wiel zitten. Hij racete als een wielzuiger pur sang en dat is blijven plakken.
Waarom heeft men een hekel aan Valverde door het van dopinggebruik (tussen andere dopers)?
Rond 2006 ontstond een grote, luidruchtige anti-doping beweging. Deels door de opkomst van social media en de op basis van geschiedenis grote aantallen Britse en Amerikaanse wielrenfans werden dopinggebruikers ineens beoordeeld op de term ‘boetedoening’. David Millar werd gepakt nadat hij had gepakt, toonde publiekelijk berouw en werd een voorvechter van de anti-doping beweging. Dat resulteerde vooral in veroordelende tweets die hetzelfde hadden gedaan als hij overigens. Hij sloeg vervolgens de handen ineen met Jonathan Vaughters en begon een ‘anti-doping team’ vol met voormalige dopeurs die ontzettende spijt hadden van wat ze gedaan hadden. De redenen lagen voor de hand. Hoewel iedereen kon zien dat de wielerwereld door en door verrot was, legden zij hiermee de focus op verandering, spijt en boetedoening en dat was de enige manier om (de aandacht van) het publiek en de sponsors binnenboord te houden. Zeg dat het je spijt en alles anders is. Wat je doet en deed kwam door de invloeden van vroeger, je wilde het zelf niet echt.
Aan de andere kant van het spectrum echter zat Valverde wiens ontkenning over enige betrokkenheid in de Fuentes zaak in Spanje ondertussen geloofd werd. Of het interesseerde ze niet, dat kan ook. Waarschijnlijk. Zeker.
Voor renners als Valverde, of Vinokourov was er maar één uitkomst mogelijk als ze zouden bekennen en dat was niet de uitkomst zoals bij Millar en Vaughters. In de plaats van een nieuwe sponsor en waardering in de media, zouden ze zonder baan komen te zitten. En in geval van Vino zonder een flink aantal ‘salarisstroken’ van de overheid. Veel mensen uit de oude wereld zagen doping als een onderdeel van het spel. Het was zodoende niet slecht en daarom hoef je geen verantwoord af te leggen of spijt te hebben. Dat viel niet zo goed bij de Online Spijtopstand Gemeenschap zoals je je kunt indenken. Hierdoor werd de verschuiving tussen grote delen van fans uit de Oude Wereld en de Engelstalige fans duidelijk. Je kunt het veroordelen, maar uiteindelijk komt het hier op neer: wanneer een politicus betrapt wordt met zijn broek op zijn enkels zijn er mensen die over hun toeren gaan over de daad van de politicus, terwijl anderen denken ‘Wat een domkop dat hij gepakt is’.
Na de schorsing
Valverde heeft altijd zijn mond dichtgehouden. Tijdens zijn schorsing bleef hij als een maniak trainen, iets waar hij bekend om staat. Toen hij op zijn 31e in 2012 terugkwam won hij meteen een etappe in de Tour Down Under. Sindsdien heeft hij zijn naam als winnaar alleen maar meer in de boeken geschreven en is hij eigenlijk terug bij hoe hij ooit begon, overwinnend.
In April is Valverde 40 jaar oud geworden en iedere natuurwet zegt dat hij nu op ongeveer 10% van zijn top zou moeten presteren.
Maar hij blijft winnen.
Doorlopend.
Het is bijna absurd. En daar komt de verdeling vandaan. Voor de ene volger toont dit dat Valverde nog steeds aan de doping zit terwijl de rest van het peloton stukken schoner is dan voorheen of dat lange termijn effecten van gebruik hem voordelen geven. De ander ziet Valverde’s enorme natuurlijke talent nog steeds naar voren komen omdat hij nu schoner is. Hij is nou eenmaal zo goed.
Los hiervan blijft niet uit dat iemand de verwachtingen zo vaak overtreft dat de lat met een kwinkslag onrealistisch hoog wordt gelegd. Er zijn eerder renners geweest die onverwachte grote overwinningen behaalden op hogere leeftijd. Zoetemelk was 38 toen hij wereldkampioen werd, Duclos-Lassalle won Roubaix op zijn 38e. Maar niemand komt in de buurt van de prestaties van Valverde door het hele jaar door zo goed te zijn (en blijven). Zoals ik weleens heb horen zeggen:
“Let maar op: Valverde wint de Vuelta, het WK, en komt daarna langs in jouw lokale kroeg om daar iedereen te verslaan.”
Comments