top of page

De Hand van God in Luik

Jakob Fuglsang is absoluut een talent op de fiets en presteert vaak goed genoeg om op de radar te blijven voor bijvoorbeeld een Tourspel, toch staat hij nauwelijks op de hoogste trede van het podium. Ik ben fan van hem. Op weg naar Luik, bijna ging het toch nog mis. Wéér mis. Jakob met zijn vrouwelijke trekken en gestyleerde wenkbrauwen, daar lag hij bijna.

In kleine rondes van een week of twee komt Fuglsang bovendrijven en pakt hij zowaar regelmatig de overwinning, maar hij staat ook te boek als brokkenpiloot. En toen dus die afdaling naar Luik terwijl hij zich in leidende en nagenoeg onverslaanbare positie naar beneden stortte.

Fuglsang slipte weg. Minstens zestig per uur ging hij. Ik slaakte een kreet, iets wat ik zelden doe voor de televisie. Iets wat ik überhaupt zelden doe. Dat krijg je er van als je de goden verzoekt, riep ik. Fuglsang probeerde te corrigeren, maar het zag er hulpeloos uit. Hij kronkelde als een vis die terug het water in wordt geworpen.

In de tiende van de seconde voordat hij te pletter zou slaan dacht ik aan de voorspelling van mevrouw Fuglsang. Loulou had gezegd: derde in de Goldrace, tweede in de Waalse Pijl, dus dat wordt een eerste plek in Luik-Bastenaken-Luik. De brave Jakob had de voorspelling met de wereld gedeeld. Ik dacht aan de spijt die Loulou moest hebben van haar woorden nu haar man als een slingerend projectiel de lucht in werd geschoten. In gewonnen positie, ook dat nog!

Zo te horen was ik niet de enige waarbij de stembanden deden wat ze normaal niet doen. De verslaggever van Sporza waarop ik dat moment had afgestemd, klonk alsof hij een hardgekookt ei doorslikte.

Niet te geloven hoe lang een tiende van een seconde kan duren. Ik typte in gedachten wat ik over hem zou kunnen schrijven. Over wedstrijden die hij net niet won terwijl hij veruit de sterkste man in koers was. Met gepast gevoel voor overdrijving had ik hem ‘het talent van de eeuw’ genoemd, intrinsiek bijna net zo goed als Gesink. Op jonge leeftijd leek Jakob Fuglsang zich er al in te specialiseren de sterkste man van de koers te zijn zonder er een te winnen.

En nu dit. In de spagaat van een turner aan de rekstok, boven glimmend asfalt in een bos nabij Luik, hing de sterkste man van de koers aan de draden van de zwaartekracht. Hij had de kou van de Ardennen doorstaan; dezelfde kou en nattigheid die andere zwaargewichten een rigor mortis op het lijf had geworpen. Hij was los van de rest. Wat heet, de rest had hij afgeworpen als een stel oude kranten.

Op zijn 34e dreef Jakob Fuglsang, in een van de grote wielermonumenten, voor de duur van een tiende van een seconde de ultieme eigenschap van zijn talent op de spits: hij was de beste van allemaal, maar hij kon het ook boekhoudkundig bevestigen.

Toen pakte een onzichtbare hand hem bij de ruggengraat en die zette hem recht in het zadel. Jakob kon door naar Luik. 'De hand van God' greep al eerder in bij sportmanifestaties, maar dit keer was het rechtvaardig.

 
 
 

Comments


"Je moet een berg respecteren. Als je een vriend bent van de berg, dan wordt de berg ook een vriend van jou. Aan de voet van een berg zeg ik ook altijd: `Goh, wat ben jij een verschrikkelijk mooie berg'".

BRAM TANKINK

DE TOURTIJGERS

© Published by 'De Tourtijgers', under control of J-M Leblanc, J-M Leblanc and de Gebroeders de Boer

bottom of page