top of page

Tour de France: De legende van nummer 51

Kan een glas Pernod echt helpen de Tour de France te winnen? We kijken naar de legende van bib nummer 51.

Lucky number 51?

Fans van de grote mythen en legendes van de Tour de France zullen alles weten over dossard nummer 51. Ze zullen je vertellen over zijn mystieke invloed bij de race en verklaren dat er meer winnaars zijn geweest van de Tour die het 51 bib dragen dan welk ander nummer ook. Er is maar een klein probleem: zoals de meeste mythen is ook deze complete onzin.

In feite zijn er slechts vier overwinningen binnengehaald met dat bib, beginnend met Eddy Merckx, die in 1969 zijn debuut Tour won. In de negen jaar die volgde hadden Luis Ocaña (1973), Bernard Thévenet (1975) en Bernard Hinault (1978) tijdens hun eerste of enige Tour-triomf het nummer 51 opgespeld. Maar daar stopt het. Net zoals Alpe d'Huez nog steeds 'Dutch Mountain' wordt genoemd, ondanks een 28-jarige hiatus sinds de laatste Nederlandse winnaar, blijft het misverstand dat nummer 51 veel succes heeft in leven.

De realiteit is een beetje prozaïsch. De meest succesvolle bib bij de Tour de France is nummer 1, dat niet minder dan 24 keer bij een overwinning is gedragen. Het is echter begrijpelijk natuurlijk, want het nummer 1 wordt aan de verdedigend kampioen gegeven. Het volgende meest productieve nummer is – ook logisch - de 11, want gereserveerd voor de vorige runner-up (zes overwinningen) en vervolgens nummer 2 die aan de verdedigende kampioen's meesterknecht wordt gegeven (vijf maal).

Há, nummer 51 staat zelfs niet eens alléén op vier overwinningen, want ook nummer 21 (toegewezen aan de derde in het eindklassement van een jaar eerder) en 15 (gedragen door Laurent Fignon tijdens zijn debuutwinst in 1983) komen tot vier overwinningen. Kortom, 51's bekendheid komt alleen uit die periode van vier overwinningen in een decennium lang, lang geleden. In Frankrijk noemen ze het rugnummer overigens de dossard anise met betrekking tot Pastis 51, het merk aperitief van met anijssmaak, gelanceerd door Pernod in 1951.

Het is sinds de overwinning van Hinault in 1978 niet helemaal kommer en wel geweest voor de 51. Pedro Delgado, Gianni Bungo en ook Nairo Quintana droegen allemaal 51 toen zij als een-na-beste eindigden, terwijl Vincenzo Nibali in 2012 met dat nummer derde werd. Gooi de bolletjestruien van Richard Virenque en Laurent Jalabert, Peter Sagan's groen in 2014 en Fabian Cancellara's Parijs -Roubaix triomf in 2010 erbij en er gloeit zeker iets magisch over het nummer.

Om 51 te zijn moet je de leider zijn van het team dat de zesde plaats in de race krijgt. Negen renners per team betekent dat niemand een bib met een nul draagt. De laatste man in het 198-sterke veld draagt ​​het nummer 219 (de negende renner in het 22ste team). Tot 2005 zijn de regels gebruikt om alle teams in een volgorde te plaatsen die is gebaseerd op de resultaten van de vorige Tour. Maar nu, buiten de top drie teams (1-9, 11-19, 21-29), is het een onvoorbereide wetenschap. Bijvoorbeeld, wanneer een belangrijke renner de race van het jaar eerder over heeft geslagen of de Tour toen verlaten heeft, krijgen ze in veel gevallen vaak een hoge nummer - zoals Froome, die in 2015 nummer 31 was, ondanks dat hij in 2014 uit de Tour stapte.

Wat we van te voren wisten voor de editie van 2017 was dat Froome 1, Bardet 11 en Quintana 21 zouden krijgen. En het nummer 51? Het Anijsnummer prijkt op de rug van Fabio Aru. Het past hem ergens wel: getipt voor grootsheid met veel verwachting op zijn schouders. Ik weet niet zeker hoe goed Aru de Pastis kan binnenhouden, maar wie weet doet hij het goed op feestelijke champagne. Met nummer 51.

"Je moet een berg respecteren. Als je een vriend bent van de berg, dan wordt de berg ook een vriend van jou. Aan de voet van een berg zeg ik ook altijd: `Goh, wat ben jij een verschrikkelijk mooie berg'".

​

BRAM TANKINK

bottom of page